Trillingen in de auto en wat ertegen te doen

 

Als uw klassieker irritante trillingen vertoont kan dat het rijplezier behoorlijk negatief beïnvloeden.

In principe is een auto “af fabriek” goed afgeleverd en je zou dan ook verwachten dat het probleem altijd opgelost moet kunnen worden. In al die jaren kan een auto heel wat beleefd hebben en is de “af fabriek” situatie niet meer vergelijkbaar. We kunnen echter heel ver komen en het vaak geheel oplossen. Hoe gaan wij te werk?

Bij de eigenaar doen we eerst navraag wat de klachten precies zijn en wanneer ze optreden. Daarna maken wij een uitgebreide proefrit en ervaren wij de rijkwaliteiten en ook de trillingen in de auto. Vervolgens wordt de auto op een brug geïnspecteerd en worden alle verdachte componenten onderzocht.

Om een idee te geven waardoor trillingen veroorzaakt kunnen worden noemen we een aantal mogelijkheden:

1. Onbalans in band/wiel combinatie. Velgen die niet rond zijn en/of slingeren. Komt het meest voor bij spaakvelgen. Banden die niet rond zijn en/of slingeren. Banden- en velgmaat niet in overeenstemming en/of –kwaliteit van de band. Voor het balanceren van spaakwielen beschikken wij over adapters voor op de balanceermachine.

2. Wielophanging met ontoelaatbare bewegingsruimte zoals speling en te slappe rubbers. Wiellagers met te veel speling of versleten lagers, naven of astappen.

3. Stuurhuizen met overmatige inwendige speling of zelfs ontoelaatbare beweging op de bevestigingspunten.

4. Aandrijfassen die in onbalans zijn door bv slijtage in de kruis- of schuifstukken.

5. Trillingsdempers van motor- of versnellingsbak steunen en uitlaatrubbers die niet meer op hun taak zijn berekend.

6. Verkeerde montage van componenten die daardoor tegen chassis en/of carrosserie aanslaan.

Ook de samenhang van de genoemde punten kan leiden tot de ongewenste trillingen. Wellicht helpt de lijst u om het trillingsprobleem beter te analyseren en op te lossen. 

Met dank aan:

garage classic service


Wijzigingen blauwe kentekenplaten

 

Voor de meeste eigenaren van klassieke auto’s is het voeren van de ouderwetse blauwe kentekenplaten een belangrijk aspect voor het totale uiterlijk.

Sinds 1988 is het bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) al mogelijk om voor klassieke auto’s met een datum eerste toelating (DET) 31 december 1977 of ouder een nieuw kentekennummer aan te vragen bestaande uit een reeks van 1 groep van 2 letters en 2 groepen van 2 cijfers. Vooral die oude witte 2 letter/4 cijfercombinaties op blauwe platen levert voor de eigenaren het ultieme klassieke gevoel op.

U dient bij de RDW een aanvraag te doen in briefvorm en samen met de oude kentekenbewijsdelen op te sturen naar Veendam. U maakt € 39,- over en binnen 5 werkdagen worden u een nieuw kentekennummer toegewezen en een nieuw kentekenbewijs op creditcardformaat. De oude kentekenbewijzen krijgt u niet terug. Ook al omdat het voormalige kentekennummer niet meer zal bestaan! Voor meer informatie zie deze link:

Sinds 1 januari 2016 is in de APK-keuringseisen, vermeld onder “APK aanvullende permanente eisen” in paragraaf 3, een interessante wijziging doorgevoerd over blauwe kentekenplaten. Als uw klassieke auto een datum eerste toelating (DET) 31 december 1977 of ouder heeft, mag u zonder meer blauwe kentekenplaten voeren! Er wordt geen enkel onderscheid meer gemaakt in de cijfer- of lettercombinaties. Zelfs met de huidige nieuwe kentekenreeks van een groep van 2 letters, 3 cijfers en 1 letter is het toegestaan om blauwe kentekenplaten te voeren. Dat laatste zal vrijwel niet voorkomen, omdat klassieke auto’s van 31 december 1977 of ouder bij invoer in Nederland en na de RDW-keuring automatisch een kentekennummer krijgen toegewezen van 1 groep van 2 letters en 2 groepen van 2 cijfers.

Er is echter ook een groep van klassieke auto’s die een kentekennummer hebben, bestaande uit 2 groepen van 2 letters en een groep van 2 cijfers. Vele eigenaren voeren toch blauwe kentekenplaten en hebben de verplichte gele nummerplaten in de klassieke auto liggen voor het geval “oom agent” controleert. Meestal krijg je alleen een waarschuwing. Maar ook voor de APK-keuring moeten de gele platen gevoerd worden en worden na goedkeuring er weer snel afgehaald. Dat hoeft sinds 2016 allemaal niet meer!

LET OP: Op de RDW-website is deze wijziging nog niet te lezen, maar de APK-keurmeester hanteert de APK-keuringseisen.

Met dank aan:

garage classic service


Accu en accu opladen

 

Voor de eigenaren van klassieke auto’s is de accu vrijwel altijd een heel belangrijk aandachtspunt.

Want als de accu niet doet wat je ervan mag verwachten kun je ook niet met de klassieker aan de slag. Op het internet kun je zoveel informatie lezen over de accu, acculaders en alle aanverwante zaken dat je op een gegeven moment niet meer weet waar je nu goed aan doet. Niet alle informatie is altijd even duidelijk of er wordt maar een deel van de informatie gebruikt waardoor er toch nog problemen kunnen ontstaan.

Een accu voor de klassieke auto is er in verschillende constructies. Een AGM (Absorbent Glass Mat-technologie) loodaccu is een accu met zeer lage interne weerstand, die zware belasting aan kan. De zelfontlading is dan ook heel klein en voor het starten van de motor is een extra hoge startcapaciteit beschikbaar. Omdat klassieke auto’s veel minder intensief gebruikt worden dan de dagelijks auto’s is het investeren in een AGM-accu zinvol.

Een belangrijk aspect bij het verlies van de noodzakelijke startcapaciteit is de mogelijke lekstromen die in de klassieker regelmatig voorkomen. Zo wordt een accu onbedoeld belast en op het moment dat de accu zijn gevraagde energie moet leveren kan dat fors tegenvallen. Met een hoofdstroomschakelaar of door simpelweg de accumassaklem los te koppelen voorkom je kortsluiting met je gereedschap. Bovendien is het uitschakelen van de accu ook een extra veiligheid om onverwachte kortsluiting tegen te gaan. Het is wel eens voorgekomen dat een auto spontaan in brand vloog terwijl er niemand in de buurt was.

Als een 12 Voltsaccu de ondergrensspanning van 12,3 Volt bereikt is het opladen met een geschikte accu-oplader zeer wenselijk. Het is niet raadzaam om toch te proberen de auto te starten vanwege het sulfateren, i.e. verharden van de loden accuplaten. Daardoor wordt de levensduur ernstig bekort. Of gebruik een starthulp waardoor de eigen accu wordt gespaard.

Wanneer de accu opgeladen moet worden doe dat dan met een geschikte acculader die is afgestemd op de accucapaciteit. Een vuistregel voor de veiligste laadstroom is de accucapaciteit in Ah te delen door 8. Dus bij een 80 Ah-accu laden met 10 Amp. De levensduur en betrouwbaarheid van de accu nemen daarmee weer toe. Nooit meer opladen dan 14,2 Volt, omdat bij een hogere spanning er gasvorming ontstaat en zo de levensduur ook weer wordt verkort.

Onthoud ook dat door elke laadcyclus (laden-ontladen-laden) voor elke accu altijd een stukje van de levensduur afgaat. Dus meten (12,3 – 14,2 Volt), om in actie te komen, is niet alleen weten, maar ook goed voor de levensduur en betrouwbaarheid van de accu!

Met dank aan:

garage classic service


Wegligging

 

Hoe de wegligging en het rijgedrag van een klassieke auto worden ervaren hangt van vele factoren af.

De ontwerpers van destijds hebben de basis gelegd voor de wielophanging aan de auto, stuurinrichting, keuze van vering en schokbrekers, al dan niet aangevuld met stabilisatorstangen en de band/velgcombinatie. De combinatie van wielophanging, stuurinrichting, schokbrekers, stabilisatorstangen en banden bepaalt in belangrijke mate hoe de wegligging en het rijgedrag van de klassieker worden ervaren.

Bij klassiekers van gelijk merk en type zou je verwachten dat de onderlinge verschillen in wegligging en rijgedrag nauwelijks merkbaar zijn. De praktijk wijst heel anders uit. Klassiekers die in een matige tot slechte staat van onderhoud verkeren scoren op wegligging en rijgedrag vaak een grote onvoldoende ten opzichte van goed onderhouden auto’s voorzien van met zorg gekozen vervangingsmaterialen voor versleten onderdelen.

Welke slijtage kan optreden en welke mogelijkheden zijn er? 

  • Scharnierpunten van wieldraagarmen hebben speling en/of slappe rubbers. Speling kan nagesteld worden of versleten onderdelen vernieuwen. Rubbers vernieuwen of vervangen door hoogwaardige PU-bussen.
  • Stuurinrichting kan droog staan, speling vertonen of gebroken steunpunten hebben. Stuurhuis nasmeren, stuurhuis nastellen of vernieuwen, stuurkogels nastellen of vernieuwen, stuurhuisbussen vernieuwen.
  • Schokbrekers kunnen lek of versleten zijn, of speling hebben op de scharnierpunten
    Schokbrekers vernieuwen, rubbers vernieuwen en ingesleten scharnierpunten vervangen.
  • Stabilisatorstangen kunnen aan de ophanging van wieldraagarmen en de bevestiging aan het chassis versleten zijn. Rubbers aan de wielophanging vernieuwen en bij de bevestiging aan het chassis de rubbers vernieuwen of PU-bussen monteren.
  • Banden kunnen een te lage of veel te hoge spanning hebben. Minimaal de voorgeschreven bandenspanning,maar zeker niet extreem te hoog (+ 20%). Diagonaalbanden bij voorkeur vervangen door radiaalbanden. Te brede banden op een smalle velg veroorzaken vervorming van de band. Daardoor zal de wegligging en vooral het rijgedrag minder voorspelbaar worden, waardoor de klassieker onbedoelde koerswijzigingen maakt.

Als aan alle onderhoudsvoorschriften is voldaan dient de uitlijning van de gehele auto gecontroleerd en zonodig gecorrigeerd te worden. Vaak worden veel minder vulplaatjes gebruikt dan voorheen die de slechte staat van het onderhoud moesten compenseren.