Tuning

 

Tunings mogelijkheden zijn:

Motor tuning door een ander nokkenas profiel te monteren!! Door een nokkenas profiel te kiezen dat optimaal is op hoge toeren kan het motorblok meer toeren maken. Dit gaat wel ten koste van het koppel bij lage toeren.Of door het motor blok uit te balanceren en uitliteren en de toerentalbegrenzing te verleggen.

Met deze vorm van motor tuning is het de kunst om het blok uit te balanceren zodat het zo trillingsvrij en dus veilig mogelijk kan draaien op hoge toerentallen. Door alle zuigers exact even zwaar te maken, door de krukas uit te balanceren en door elke cilinder exact dezelfde inhoud te geven (uitliteren).

Zodra het motor blok trillingvrij loopt op hoge toeren, kan door middel van chiptuning het maximum toegestane toerental (de toerenbegrenzer) veilig worden verhoogt. 

Extreem hoge toerentallen en snelle nokkenassen vergen vaak extra auto onderhoud en andere maatregelen. Zoals andere, strakkere klepveren en lichtere kleppen (om 'zwevende kleppen' te voorkomen), andere zuigerveren en eventueel lichtere zuigers zodat dit soort motor tuning vaak nogal zeer kostbaar is. Zorg er ook voor dat de motorolie en het oliefilter op tijd vervangen worden. Controleer gregeld het oliepeil en zorg dat het olieniveau op peil is.

 


Startmotor

 

Startmotoren in klassieke auto’s zijn dankbare hulpmiddelen die niemand zou willen missen.

We moeten er niet aan denken dat we motoren met een ouderwetse slinger moeten starten. De levensduur van een startmotor blijkt erg gunstig te zijn als we het vergelijken met b.v. een versnellingsbak, differentieel en motoren. Bovendien is een startmotor vrijwel altijd onderhoudsvrij hetgeen we van de genoemde andere delen in onze klassieker zeker niet kunnen zeggen. De startmotor zit vrijwel altijd op het vliegwielhuis van de versnellingsbak en met bouten vastgeschroefd. 

De startmotor is feitelijk een elektromotor die zijn energie betrekt van de accu. De buitenmantel van de startmotor is aan de binnenzijde voorzien van een zwaar magneet. In de buitenmantel zijn een voor- en achterdeksel te vinden waarin de draaiende rotor is gelagerd. De rotor is voorzien van een zware spoel. In het achterdeksel zijn twee kool- of koperborstel geplaatst die aan de ene zijde verende zijn opgesloten en aan de andere zijde op het einde van de stator gedrukt worden. Zo kan er stroom door de spoel van de rotor vloeien en samen met de magneet er voor zorgen dat de startmotor ronddraait.

Startmotoren zijn in 3 typen te onderscheiden, tw.:

1. Startmotoren met een mechanisch werkende startrelais die aan de startmotor zit gemonteerd.
Het startrelais is eenvoudig met een kabel en trekknop te bedienen. Zodra de startknop wordt bediend zal het mechanische relais de zwaar uitgevoerde contacten met elkaar verbinden en de hoge stroom die
de startmotor vraagt dan ook doorvoeren. In de meeste gevallen werkt de startmotor ook als het contactslot uitstaat, derhalve zal de motor dan niet kunnen aanslaan.

2. Startmotoren met een gescheiden elektrisch relais die ergens in de motorruimte is geplaatst.
Door het omdraaien van het contactslot wordt eerste het contact ingeschakeld, maar draait de startmotor nog niet. Pas als de contactsleutel in de startstand wordt gezet wordt het startrelais elektrisch gevoed en zal de hoge startstroom die gevraagd wordt de startmotor laten draaien.

3. Startmotoren met een in- of opgebouwd startrelais. Het elektrisch startrelais heeft tevens een
mechanische constructie. In de startstand van het contactslot wordt het relais elektrisch gevoed ,
waardoor gelijktijdig de mechanisch constructie er voor zorgt dat de bendix uitslaat en de startmotor
zijn hoge startstroom krijgt.

Alle 3 typen startmotoren hebben een bendix. De bendix is een volledig mechanisch werkend onderdeel. Op de buitenzijde van de rotoras en de binnenzijde van de bendix zit een wormvormige vertanding die in elkaar passen. De bendix heeft aan de buitenzijde rechte V-vormige vertanding en nog een redelijk zware spiraalveer. De bendix wordt door een krachtig draaiende rotor zeer snel over zijn wormvormige vertandig verplaatst en grijpt ahw in de starterkrans. Omdat de startmotor blijft draaien en de motor hierdoor wordt aangedreven zal de motor uiteindelijk aanslaan. Als de motor niet aanslaat en/of de werking van de startmotor wordt onderbroken zal de bendix weer terugkeren in de rustpositie en vrijblijven van de starterkrans.

 


Tape

 

SPITA ResQ-tape, op basis van zuivere siliconen, voldoet aan de hoogste specificaties en is breed inzetbaar als isolatie- en afdichtingsmiddel onder sterk wisselende omstandigheden.

Omdat SPITA ResQ-tape alleen aan zichzelf hecht, kunt u het op natte en vervuilde ondergronden aanbrengen. De ondergrond hoeft dus niet eerst droog- of schoongemaakt te worden.

Door de tape uit te rekken en strak (halfoverlappend) om zichzelf te wikkelen, ontstaat vrijwel onmiddelijk een permanente verbinding. Deze verbinding blijft altijd flexibel en zal niet na verloop van tijd hard worden.

SPITA ResQ-tape is verkrijgbaar in diverse kleuren en maten.

TOEPASSING AUTO

Zorg altijd dat u een rol SPITA ResQ-tape in de auto hebt in geval van pech onderweg.

  • Lekkages in koelslang snel verhelpen (de tape is bestand tegen hete koelvloeistof).
  • Lekkage in benzineleiding snel afdichten (tape is brandstofbestendig).
  • Gaatje in de uitlaat (tape is hitte bestendig tot 260*).
  • Isolatie van electrische bedrading bij beschadiging van mantel (een laag tape isoleert tot 8000 V
    en beschermt tegen roestvorming van vocht en pekel).
  • Op het stuur voor betere grip.

Meer informatie en verkoopadressen:  www.resqtape.nl

Tip: koop geen goedkope tape uit een bouwmarkt, deze werkt zeer matig en is ook weer, zeker na langere tijd, moeilijk te verwijderen en laat lijmsporen achter.

 

 


Schokdempers

 

Controleren en vervangen van de schokdempers

Schokdempers van een auto werken samen met de vering, om tijdens het rijden bijvoorbeeld oneffenheden in de weg op te vangen. De combinatie van vering en schokdempers moet er voor zorgen dat de wegligging van uw auto goed is. Dat is nodig om op de momenten dat de carosserie gaat overhellen (bijvoorbeeld in een bocht of tijdens krachtig remmen) uw auto gewoon op koers blijft. Want als de schokdempers van uw auto niet goed meer werken, dan kan dat vooral in scherpe bochten of tijdens een noodstop ernstige gevolgen hebben. Het risico bestaat namelijk dat dan u de controle uw auto verliest, met alle gevolgen van dien. En zoals met alle auto onderdelen geldt ook voor schokdempers dat ze een eindige levensduur hebben. 
Hoe vaak moeten schokdempers vervangen worden? Sommige fabrikanten zeggen dat dat eigenlijk iedere 75.000 kilometer zou moeten gebeuren. Maar het hangt natuurlijk wel af van de feitelijke belasting van de schokdempers. Iemand die altijd over slechte, hobbelige wegen rijdt, zal vaker zijn schokdempers moeten vervangen dan iemand die alleen maar over goed onderhouden gladde wegen rijdt.

Er is overigens een vrij simpele test waarmee u zelf de kwaliteit van uw schokbrekers redelijk kunt beoordelen. Deze test gaat alsvolgt. Pak een bumper stevig beet, zo dicht mogelijk bij een van de vier hoeken van uw auto en duw deze bumper met al uw kracht naar beneden en laat hem dan los. De schokbreker die in die hoek zit is hoogstwaarschijnlijk nog in orde als de auto zonder extra op en neer te bewegen op zijn weer tot stilstand komt. Maar als de carosserie nog een aantal malen (zachtjes) op en neer deint voor uiteindelijk tot stilstand te komen, dan is er iets mis met deze schokbreker en zal hij vervangen moeten worden. Herhaal dit voor de andere drie hoeken van de auto om ook de overige schokbrekers te controleren. Deze test geeft overigens geen 100% zekerheid maar als u twijfelt dan is het aan te raden om iemand met gespecialiseerde apparatuur er naar te laten kijken.

Als de schokbrekers vervangen moeten worden, dan is het van groot belang de juiste schokbrekers te monteren, omdat zoals eerder gezegd, het de combinatie van vering en schokbreker is die een perfecte wegligging van uw auto garandeert.