Hoe de wegligging en het rijgedrag van een klassieke auto worden ervaren hangt van vele factoren af.
De ontwerpers van destijds hebben de basis gelegd voor de wielophanging aan de auto, stuurinrichting, keuze van vering en schokbrekers, al dan niet aangevuld met stabilisatorstangen en de band/velgcombinatie. De combinatie van wielophanging, stuurinrichting, schokbrekers, stabilisatorstangen en banden bepaalt in belangrijke mate hoe de wegligging en het rijgedrag van de klassieker worden ervaren.
Bij klassiekers van gelijk merk en type zou je verwachten dat de onderlinge verschillen in wegligging en rijgedrag nauwelijks merkbaar zijn. De praktijk wijst heel anders uit. Klassiekers die in een matige tot slechte staat van onderhoud verkeren scoren op wegligging en rijgedrag vaak een grote onvoldoende ten opzichte van goed onderhouden auto’s voorzien van met zorg gekozen vervangingsmaterialen voor versleten onderdelen.
Welke slijtage kan optreden en welke mogelijkheden zijn er?
- Scharnierpunten van wieldraagarmen hebben speling en/of slappe rubbers. Speling kan nagesteld worden of versleten onderdelen vernieuwen. Rubbers vernieuwen of vervangen door hoogwaardige PU-bussen.
- Stuurinrichting kan droog staan, speling vertonen of gebroken steunpunten hebben. Stuurhuis nasmeren, stuurhuis nastellen of vernieuwen, stuurkogels nastellen of vernieuwen, stuurhuisbussen vernieuwen.
- Schokbrekers kunnen lek of versleten zijn, of speling hebben op de scharnierpunten
Schokbrekers vernieuwen, rubbers vernieuwen en ingesleten scharnierpunten vervangen. - Stabilisatorstangen kunnen aan de ophanging van wieldraagarmen en de bevestiging aan het chassis versleten zijn. Rubbers aan de wielophanging vernieuwen en bij de bevestiging aan het chassis de rubbers vernieuwen of PU-bussen monteren.
- Banden kunnen een te lage of veel te hoge spanning hebben. Minimaal de voorgeschreven bandenspanning,maar zeker niet extreem te hoog (+ 20%). Diagonaalbanden bij voorkeur vervangen door radiaalbanden. Te brede banden op een smalle velg veroorzaken vervorming van de band. Daardoor zal de wegligging en vooral het rijgedrag minder voorspelbaar worden, waardoor de klassieker onbedoelde koerswijzigingen maakt.
Als aan alle onderhoudsvoorschriften is voldaan dient de uitlijning van de gehele auto gecontroleerd en zonodig gecorrigeerd te worden. Vaak worden veel minder vulplaatjes gebruikt dan voorheen die de slechte staat van het onderhoud moesten compenseren.