Veersystemen

Veersystemen

 

Stalen veersystemen van een auto.

Alle auto’s hebben een veersysteem om een bepaalde mate van comfort en wegligging te realiseren. Er zijn verschillende soorten veren in klassieke auto’s terug te vinden. De stalen veren die bij klassieke auto’s voorkomen zijn:

1.    Bladveren

Bladveren zijn opgebouwd uit een aantal veerbladen van verschillende lengten. De dikte per veerblad kan variëren. Alle bladen worden door een centrale torenbout strak tegen elkaar gedrukt. De torenbout dient ook voor het centreren van het veerpakket op een vaste positie. Met veerstroppen worden de veerpakketten stevig vast gezet, zodat ze op hun plaats blijven. Bladveren komen als paar per as voor of worden als één enkele dwarse bladveer onder een auto gemonteerd en veren dan twee wielen. Bij bladveerparen zijn aan een uiteinde veerschommels of glijplaten aangebracht om de variatie van de gestrekte veerlengte bij in- en uitveren te kunnen opvangen. De bladveerparen worden bij starre assen gebruikt. Bij dwarsbladveren zijn de uiteinden aan de wielophanging vastgemaakt en werken per wiel onafhankelijk. Bij bladveren zijn niet altijd schokbrekers gemonteerd, omdat de veer in dat geval heel stug is en een eigen demping heeft door de wrijving tussen de veerbladen bij in- en uitveren. In dat geval nooit de bladen smeren! Als er schokbrekers aanwezig zijn bestaan die uit wrijvingschokbrekers-, armschokbrekers- of telescoopschokbrekers.

 

Bladveren

 

2.    Schroefveren

Schroefveren bestaan uit een rond stuk massief verenstaal dat als een schroefdraad is opgewonden. De dikte van het verenstaal kan over de veerlengte verschillen en de tussenruimten van de windingen van de schroefveer kunnen ook verschillend zijn. De schroefveer wordt onder en boven in een veerschotel opgesloten. De bovenzijde van de veer zit tegen het chassis aan en de onderzijde ligt op de wieldraagarm. De wieldraagarm zit aan één kant scharnierend bevestigd aan het chassis en de andere kant aan de wielzijde. Schroefveren kunnen bij starre assen gebruikt worden. Er zijn dan extra verbindingen nodig van de as naar het chassis om de as te geleiden bij in- en uitveren. Iets wat bij een bladveerpaar zelden of niet nodig is. Schroefveren kunnen heel comfortabel zijn als de veer soepel is of juist heel sportief zijn als de veer heel stug is. Constructies met schroefveren hebben altijd schokbrekers omdat er geen enkele eigen demping is. De toegepaste schokbrekers zijn arm- of telescoopschokbrekers.

 

schroefveer

 

3.    Torsieveren

Torsieveren zijn lange dikke veerstaven. Aan elk uiteinde van de torsieveer zit een bevestigingsmogelijkheid. De ene zijde wordt stevig geborgd in een wieldraagarm en de andere zijde onbeweeglijk vast gezet aan het chassis. Torsievering is per wiel en wordt bij onafhankelijke wielophanging toegepast. Vaak zijn torsieveren eenvoudig verstelbaar om de rijhoogte van de auto te kunnen instellen. De toegepaste schokbrekers zijn arm- of telescoopschokbrekers.

 

torsieveer

 

Bij klassieke auto’s kunnen de veersystemen per as verschillen maar nooit per wiel op de dezelfde as. Veer- en ophangsystemen zijn aan slijtage onderhevig en beïnvloeden het rijgedrag van de klassieker.

Met dank aan:

garage classic service