Als….. de Coppa d’ Europa 2014
Als we ons goed zouden voorbereiden, dan zou de Coppa dit jaar voor ons succesvol moeten zijn. Voor de zesde keer een poging wagen in de top 3 te komen, met zelfs hoop om een keer zo’n mooie krans te kunnen bemachtigen. De eerste drie jaar deed ik al mee in de Tourklasse met verschillende bijrijders, maar sinds 2010 echt serieus met mijn huidige (rally)partner Hanja Jonker. Twee jaar geleden waren we nog op een 5e plaats in de Sportklasse geëindigd. Het reglement was nagenoeg gelijk aan dat van de Limburgia van afgelopen jaar. Het maken van een samenvatting van dit reglement voor deze 10e Coppa bleef dan ook beperkt tot wat kleine aanpassingen aan dat van de Limburgia.
Wat het weer betreft waren we vooraf op het ergste voorbereid. In een autoblad hadden we nog gelezen dat je in Oostenrijk toch nog zeker wel je winterbanden nodig zou hebben. De weersverwachtingen voor het weekend berichtten nog over enkele centimeters sneeuw. Misschien had ik vooraf beter moeten opletten waar in Oostenrijk, want dan had ik niet bij 21 graden op onze oprit de winterbanden eronder geschroefd en extra antivries in de ruitensproeiertank gedaan. Een Oostenrijkse equipe was minder angstig voor het weer ter plaatse (zie het verschil in profiel op de banden). Zij hadden waarschijnlijk al wel het bijzondere natuurverschijnsel bij de finishlocatie gezien. In de plantsoenen langs de wegen daar bloeiden de narcissen en paardenbloemen in volle glorie naast elkaar.
De reis naar zuid Limburg verliep vorige week woensdag voorspoedig. Wij gaan bij voorkeur al een dagje eerder die kant op om onze voorbereidingen tot in de puntjes te voltooien. De tripcheck werd twee keer gereden, om na opnieuw kalibreren er toch zeker van te zijn dat onze afstelling met die van de uitzetter zou matchen. De tabel voor de regelmatigheidstrajecten was ‘verplicht te gebruiken’. Je wilt dan geen afwijkingen. Ook had ik zitten prakkeseren hoe je een regelmatigheidstraject met wisselende snelheden eenvoudiger zou kunnen rijden. In het derde traject moest je de eerste 500 meter met 30 km/uur rijden en daarna het vervolg met 50 km/uur. Ik had uitgerekend dat je ook 24 seconden kon wachten om daarna alleen maar volgens de tabel voor 50 km/uur te rijden.
Als het op die woensdagavond niet zo gezellig was geweest aan de bar in Vaals met al die bekende equipes uit binnen- en buitenland, dan hadden we misschien niet ons eerste traject op donderdagochtend direct bij aanvang verpruts. Alle hoop op de overwinning was bij aankomst bij de lunch die dag al vervlogen, toen bleek dat we twee controles minder hadden dat de rest die ochtend. De overgang van twee systemen op de kaart werd door mij niet direct even scherp gezien en ik had de eerste blokkerende pijl op de kaart gemist. Laten nu net die twee controles op het traject naar en om deze pijl gestaan te hebben. Eerder die ochtend was ik nog blij dat ik wel in het bulletin had gelezen dat het eerste regelmatigheidstraject met 30 km/uur gereden moest worden. Het blijft dan toch raar om te zien dat andere deelnemers je met 50 km/uur inhalen.
Met het rijden van alle 10 regelmatigheidstrajecten ging het dit keer bijzonder goed. Door de perfecte kwaliteit van het kaartmateriaal kon je de bestuurder goed door het traject loodsen. Bij de Limburgia kwam het aantal haarspelden nog wel eens niet overeen met dat in het terrein. Voor ons was het tijdens deze rit alleen nog van belang om alle controles te pakken. Foute stonden er volgens het reglement niet, de minimale extra’s voor de Superklasse waren goed te overzien. Dus het noteren van teveel (dus wel foute) controles zou bij ons niet gebeuren. Waar ging het dan helaas toch nog fout… Waar je bij de GVR dit jaar nog door kaartmanipulaties bij een grensbenadering voor de gek werd gehouden, was dat door een leuke vondst bij deze Coppa niet nodig. Tot twee keer toe was een pijl langs de grenslijn net iets buiten de weg getekend. Bijna iedereen had dit gezien en de controle genoteerd. Echter bijna niemand had begrepen dat je dat lusje buiten die bocht twee keer moest rijden om het oppervlak tot de grens zo klein mogelijk te maken. Gelukkig werd dit maar bestraft als een enkele fout. De donderdag werd afgesloten met drie gemiste controles en een paar seconden straftijd.
De vrijdagochtend verliep voorspoedig. Foutloos gereden en wederom maar een paar seconden tijdafwijking op regelmatigheid. Ook een leuke lange striprit verliep voorspoedig. Het was bijzonder om te zien hoe alle auto’s met stofwolken achter zich door het berglandschap reden. De vrijdagmiddag was echter heel andere koek. Tijdens de eerste drie secties stond er nog een beperkt aantal controles, maar die middag was het wel anders. Het zou een lange middag worden en scherp blijven was van belang. Een onzorgvuldigheid werd ons wederom ‘fataal’. Op een redelijk lang recht stuk had ik nog tegen Hanja gezegd ‘bij de kerk links en dan kijk ik weer’. Alleen ‘kerk links’ had ik nog niet gehoord tijdens het verder bestuderen van de kaart. We hadden een oude wegsituatie gemist. Snel tegengesteld terugrijden dus. Op een dorpsplein kwamen we een burgemeester met stempel tegen, die hij maar al te graag op onze kaart wilde zetten. ‘Even wachten’ riep ik nog. Gelukkig begreep zijn assistent dat wel. Hadden we nog niet iets gemist. Helaas hoorden we later pas van René dat hij juist daar twee controles neer had gezet voor het geval dat die burgemeester toch even geen zin had om te stempelen. Weer zo’n waardevolle misser toen ik toch besloot niet nog verder terug te rijden.
Bij routebeschrijving op kaart ging het aan het eind van die middag nog even mis. We moesten langs de tekst van het dorpje Kottweil ‘as less as possible through build up areas’. Laat ik dat nou net niet goed begrepen hebben. Alle wegen in een omtrek van 2 tot 3 km om die kaarttekst hadden we gereden op zoek naar een letter. Bang voor tijdstraf waren we immers niet. Je moest wederom voor de sluitingstijd van de dag binnen zijn. Nu bleek die waardevolle letter nog net even iets verder weg te staan. Uiteindelijk hadden we nu al onze vijf gemiste dus foute controles verzameld. De weer fraaie dag werd rond 23:00 uur op het terras buiten afgesloten.
De zaterdag naar Oostenrijk was de kers op de appelmoes. De routes door de Eifel en zuid Duitsland waren al prachtig, maar het middagtraject in Oostenrijk overtrof dit wel. Mooie stille weggetjes met vele haarspeldbochten brachten ons naar het hoogtepunt de Faschinajoch op 1.487 meter hoogte. Eindelijk reden we tussen de sneeuw, maar zonder winterbanden hadden we hier ook prima kunnen rijden. Een lange afdaling bracht ons ten slotte naar het fraaie Four Points Hotel in Dornbirn. Daar werd die avond na wederom een prima buffet de uitslag snel definitief en de vele prijzen uitgereikt. Wij ontvingen een beker voor de zesde plaats en ook nog eentje voor de beste mix. Alleen die kransen gingen toch naar anderen. Dit jaar deden die paar Hollanders die er waren het zo slecht nog niet. Ad en Elvira Kattestaart wonnen de Tourklasse, Pieter Snikkers en Michiel Amsen de Sportklasse en Pieter Singelenberg en Anke Boomsma werden met maar 1 seconde meer tweede in de Superklasse.
Als wij (ik dus) die eerste pijl op donderdagochtend nou eens niet hadden gemist, dan waren wij eerste geworden. Volgend jaar gaan we het zeker nog eens proberen. Maar dan in de Superklasse. De verschillen blijken minimaal. De Coppa start dan weer in het zuiden van het land en blijft daarna twee dagen in Luxemburg. Ook de Limburgia schijnt leuk te worden. Deze komt zelfs bij ons door de achtertuin (een lus vanuit Herkenbosch over Nijmegen langs Elst gok ik waar wij wonen). Iedereen weet dat de routes altijd prima zijn. Het weer was dat bij deze Coppa ook. Dit jaar was het aantal deelnemers vergelijkbaar met vorig jaar. Ik hoop wel dat de volgende keer meer Hollanders weer de juiste kriebels krijgen.
Paul Hooiveld