In elke klassieke auto zijn pakkingen of andere afdichtmaterialen verwerkt.
Heel veel onderdelen die gemonteerd worden aan bijvoorbeeld de motor, versnellingsbak en differentieel komen in aanraking met vloeistoffen of gassen. Die vloeistoffen en gassen mogen niet naar buiten treden of in andere ruimten terecht komen.
Je kunt de pakkingen of andere afdichtmaterialen in ruwweg twee toepassingen onderverdelen. Ten eerste de afdichtingen tussen twee onderdelen die vast aan elkaar verbonden worden door bijvoorbeeld boutverbinding. Met zo'n vaste verbinding wordt het zachtere pakkingmateriaal tussen de harde materialen stevig samen gedrukt, waardoor de afdichting een feit is. Ten tweede zijn er onderdelen die ten opzichte van elkaar bewegen, zoals assen in lagers. Je spreekt dan niet meer van pakkingen, maar van afdichtingen.
Eerste: Pakkingen zijn er in allerlei materiaalsoorten en ontelbare modellen en afmetingen. Voor elke toepassing heeft de constructeur een keuze gemaakt van welke materiaalsoort, dikte en vorm de pakking moet zijn om zijn taak uit te voeren. Als er reparaties uitgevoerd moeten worden is het om die reden, in verreweg de meeste gevallen, waardevol om de specificatie van het pakkingmateriaal te respecteren en ook met origineel materiaal te werken. Echter door grotere afwijkingen van de onderdelen zoals door vervorming, corrosie of bij noodzakelijke nabewerking van onderdelen dient de keuze van de materialen of de gewijzigde afmetingen tot een afwijkend model of ander materiaal pakking te komen. Ook als het origineel niet meer verkrijgbaar is zul je alternatieven moeten gebruiken. Tenslotte zorgen technische ontwikkelingen ervoor dat de kwaliteit verbetert en de toepassingen breder kunnen worden.
Tweede: Veel voorkomende afdichtingen zijn olie- of vetkeerringen. En het woord verraadt al wat het onderdeel moet doen. Olie of vet zal de neiging hebben om van zijn "plaats" te gaan, waarbij vet natuurlijk veel meer blijft waar het zich bevindt. Toch wordt door de beweging ook het vet verplaatst. Zo'n keerring zorgt er voor dat de olie of het vet niet naar een andere ruimte kan komen. Deze afdichtingen zijn echter onderhevig aan slijtage, omdat ze draaiende delen moeten afsluiten. Dat er een minuscule hoeveelheid olie of vet tussen de keerring en het draaiende deel moet zitten, is noodzakelijk om verbranding van de keerring als gevolg van wrijving tussen beide onderdelen tegen te gaan. Zeker bij oliekeerringen kunnen er minimale lekkages ontstaan dat "zweten "wordt genoemd. Gaan er echt druppels ontstaan of wordt de omgeving nat van de vettigheid dan is het vernieuwen van de keerring een noodzaak.
Met dank aan: