Bij klassieke auto's wordt met een bepaalde regelmaat vastgesteld dat de motor pingelt en/of dat de motor bij het uitzetten gaat nadieselen.
Als de motor pingelt kan dat op den duur ernstige motorschade veroorzaken.
Het pingelen van de motor wordt waargenomen als een ratelend en tikkend metaalachtig geluid en is vooral goed hoorbaar bij de lagere motortoeren. Het kan ook bij hogere toeren aanwezig zijn, maar door toename van het motorgeluid is het pingelen dan lastig waar te nemen. Het pingelen van de motor wordt veroorzaakt door een vroegtijdige en ongecontroleerde explosie van het brandstof/luchtmengsels al voordat de bougie zijn vonk afgeeft.
Om een verbranding in de motor in te leiden is er voldoende zuurstof, brandbare stof en temperatuur nodig. Vervolgens is er een ontstekingsbron nodig om de verbranding in te leiden. Als die ontstekingsbron niet de bougie is geworden dan kan het randstof/luchtmengsel door bijvoorbeeld hete deeltjes in de verbrandingsruimte of door spontane zelfontbranding ontstoken worden. Dit kunnen hete koolresten, te hoge bougietemperatuur, scherpe randjes in de verbrandingsruimte die makkelijk de temperatuur vasthouden, of dergelijke zijn. Pingelen dient vermeden te worden. De meest bekende remedie is de ontsteking minder vroeg af te stellen totdat het pingelen is verdwenen. Dat kun je alleen met een proefrit vaststellen na elke verstelling.
Tanken van hoger octaangehalte van de brandstof is een directe verbetering. De euro 98 is nauwelijks nog verkrijgbaar en derhalve niet altijd mogelijk. Er bestaan octaanboosters die je in flesjes kunt kopen en bij elke tankbeurt kunt toevoegen.
Een in goede conditie verkerende standaardontsteking of nog beter een volledige elektronische ontsteking die zo'n krachtige vonk produceert en daardoor heel effectief en sneller de verbranding uitvoert. Deze ontsteking kan een fractie later afgesteld orden en vraagt minder tijd voor de volledige verbranding. Een koudere bougie kan ook effect hebben als die de veroorzaker is. Niet te veel afwijken, omdat de zelfreinigende werking dan verloren gaat.
Een hogere compressieverhouding heeft direct gevolgen voor de gevoeligheid van pingelen. Omdat met het ouder worden van de klassiekers ook vaker motor- of koprevisie wordt uitgevoerd. Het afvlakken van de cilinderkop is één van de bewerkingen en soms maar dan één keer bij dezelfde motor. Het gevolg is een hogere compressieverhouding. En die veroorzaakt weer een hogere eindtemperatuur bij het eind van de compressieslag.
Het fenomeen nadieselen van een motor is dat bij het uitzetten van het contact de motor blijft doorlopen. De motor loopt dan zeer onregelmatig en slecht. Soms draait de motor zelfs achteruit. Het nadieselen is met het afstellen van een lager stationair toerental en/of een armer brandstof/luchtmengsel soms op te lossen of te verminderen. Werkt dat niet voldoende dan is er vaak een effectieve en eenvoudige methode. Als de motor stationair draait trap dan de koppeling diep in. Je ziet dan vaak een wat
lager motortoerental (of je hoort het) een teken dat de motor extra weerstand moet overwinnen. Zet je dan het contact uit dan zal in bijna alle gevallen het nadieselen verdwenen zijn. De motor levert tijdens het nadieselen zo weinig vermogen dat het genoeg is om het nadieselen te voorkomen. In de hoogste versnelling zetten, de rem intrappen en de koppeling op laten komen werkt vast en zeker. Vergeet daarna niet het contact ook nog af te zetten.
Met dank aan: