Benzinepomp van een carburateurmotor

Benzinepomp van een carburateurmotor

 

De toevoer van de benzine naar de motor van een klassieke auto wordt vrijwel altijd met een pompje verzorgd.

Er zijn in principe twee mogelijkheden: een benzinepomp die mechanisch door de motor zelf wordt aangedreven of een elektrische pomp.

De mechanische pomp wordt meestal door een ronde nok op de nokkenas, die uit het hart van de nokkenas staat, aangedreven. De benzinepomp heeft een drukstift of een hefboompje dat de slingering van de ronde nok volgt en zo de pompfunctie ontstaat. Sommige mechanische pompjes hebben als extra een tweede hefboompje dat aan de buitenzijde van het pompje te zien moet zijn. In dat geval kun je handmatig de pompfunctie opwekken zonder dat de motor draait. Als klassieke auto’s voor lange tijd stil staan is de voorraad benzine in de vlotterkamer van de carburateur verdampt en moet je alleen al om die reden langer de motor starten voordat hij aanslaat. Zo’n extra handbediening is dan ook aan te bevelen om te gebruiken.

De elektrische benzinepomp zal altijd zijn spanning van de accu betrekken en in de meeste gevallen over het contactslot aangesloten zijn of met een aparte schakelaar. Zodra de elektrische pomp in werking is zal de vlotterkamer van de carburateur gevuld worden met benzine. Je hoort vrijwel altijd de elektrische benzinepomp werken of hij moet heel stil zijn of goed geïsoleerd ingebouwd zijn. Het geluid van de pomp geeft belangrijke informatie. Als de vlotterkamer gevuld is zal de vlotternaald de toevoer afsluiten en de benzinepomp weerstand ondervinden. De benzinepomp stopt dan met zijn pompwerking en wordt stil! Blijft de pomp toch werken dan kunnen er twee oorzaken zijn. In het eerste geval is het een type benzinepomp dat continu de druk vasthoudt en zodra er afname is wordt de vlotterkamer weer bijgevuld. Je kunt vrijwel altijd aan de pomp horen dat hij dan wat “zwaarder” draait. Dit is een normaal verschijnsels.

In het andere geval is het een pomp die behoort te “stoppen”, maar dat niet doet. Als de vlotternaalden niet goed afsluiten dan blijf je de pomp horen. Is dat geluid duidelijk afgenomen dan sluiten de vlotternaalden matig af en zal het benzineniveau in de vlotterkamer onbedoeld steeds hoger worden. Blijft het geluid vrijwel onveranderd dan blijft een vlotternaald overduidelijk hangen en loopt de carburateur over en zal het inlaatspruitstuk waarschijnlijk ook vol gaan lopen. Men spreekt dan over een verzopen motor en de bougies zullen dan ook vrijwel zeker drijfnat worden. De kans dat de motor aanslaat is nihil.

Als alles goed lijkt te zijn en er komt geen (of te weinig) benzine dan kan in het aanzuigtraject een lek(je) zijn en zuigt de pomp ook lucht aan en geen of te weinig benzine.

Met dank aan:

garage classic service